Het ideale passenritme
28 Jun 2022
Wie wat research doet over lopen en zich regelmatig in verschillende fora mengt, heeft het ongetwijfeld al gehad over het passenritme. Wat is nu juist het ideale passenritme om op te lopen? Her en der zie je wat cijfers verschijnen ‘180 stappen per minuut’. Maar wat is hier nu van waar?
DE INVLOED VAN JOUW LICHAAM
De drang om alles in een ideaal patroon te gaan gieten komt voort uit het wielrennen, waar men al jaren schermt met de 100 omwentelingen per minuut (maar ook dat wordt in vraag gesteld).
Maar één van de grootste verschillen tussen wielrennen en lopen is dat je in het wielrennen je eigen gewicht niet draagt. In het lopen draag je je eigen lichaamsgewicht en moet je rekening houden met je eigen lichaamsfactoren.
PASLENGTE & PASFREQUENTIE
Om dieper in te kunnen gaan op het passenritme moeten we eerst analyseren hoe een looppas tot stand komt.
Er zijn 2 componenten die onze loopsnelheid bepalen: paslengte en pasfrequentie. De paslengte is de afstand tussen 2 opeenvolgende steunen. De pasfrequentie is het aantal passen binnen een bepaalde tijdseenheid.
Dat laatste komt dus min of meer overeen met je passenritme, al gaan we er dan vanuit dat elke pas even groot en even snel zou zijn, wat zelden het geval is.
Maar je kan je paslengte en je pasfrequentie nooit los van elkaar bekijken. Als je paslengte gaat stijgen gaat je pasfrequentie dalen en andersom. Deze 2 componenten samen bepalen je loopstijl.
PERSOONLIJKE LOOPSTIJL
Een loopstijl is persoonlijk, er zijn geen 2 mensen op aarde met dezelfde loopstijl. Je loopstijl wordt onder meer bepaald door je anatomische bouw, je lenigheid, je coördinatie, etc.
Persoon X zal dus bv van nature uit met een iets grotere looppas lopen terwijl persoon Y net een hogere frequentie gewoon is.
Kan dit aangepast worden? Zeker en vast wel! Maar dat vraagt intensieve training. Meermaals per week looptechniek oefeningen verwerken in je training is dan een must. Bovendien blijkt uit studies dat bij ervaren lopers een zelfgekozen ritme meestal het efficiëntste is. Beginnende lopers kiezen vaak een te laag passenritme.
Los daarvan is de pasfrequentie ook afhankelijk van op welk tempo je loopt. Hoe sneller je loopt, hoe hoger je frequentie zal zijn.
Om het helemaal ingewikkeld te maken zal je passenritme ook nooit constant zijn, tenzij je een hele wedstrijd op een volledig vlak en effen parcours rechtdoor zou lopen.